Dierenziekenhuis Drachten beschikt sinds 2009 over een eigen CT voor de hond en kat. CT is de afkorting van Computed Tomografie en is een beeldvormingstechniek. Bij deze techniek worden na berekening van plaatjes uit de verkregen belichtingswaarden lichaamsonderdelen zichtbaar gemaakt met behulp van röntgenstraling.
Wat is dan het verschil tussen CT en de traditionele röntgenfoto? En wat is het voordeel van een duurdere techniek als CT boven de klassieke röntgenfoto?
Het voordeel van röntgenstraling is dat het vrij makkelijk door alle weefsels in het lichaam heen dringt, met uitzondering van bot. Daarom werden de eerste röntgenfoto’s ook vooral van de botten gemaakt om bijvoorbeeld botbreuken op te speuren. Zacht weefsel als spieren etc. bevatten veel water. Daardoor geven zachte weefsels op de foto ongeveer allemaal dezelfde hoeveelheid witting op de klassieke röntgenfilm. Onderscheid maken tussen spier en pees is dan ook lastig.
Een tweede probleem is dat alle organen en structuren over elkaar heen geprojecteerd worden. Daarnaast worden ze ook nog eens “samengedrukt” worden in één plat vlak. Daarbij gaat veel informatie verloren. Het beoordelen wordt dan ook lastiger omdat structuren elkaar afdekken en overlappen.
De CT opname
Een CT röntgenopname wordt echter gemaakt door een röntgenbuis 360 graden om de patiënt heen te laten draaien. Hierdoor wordt er eigenlijk van alle kanten een foto gemaakt. De computer berekend (Computed Tomography) uit die verzameling plaatjes uit welke punten veel straling wordt doorgelaten, en op welke plekken veel straling wordt tegengehouden. De aan de CT gekoppelde computer presenteert de beelden in een reeks plakjes die de informatie bevat van weefsel in een plakje met de dikte van 1-10mm. Hoe dunner het plakje hoe groter het detail. Veel dunnere plakje dan 1mm heeft geen zin. Dit levert veel meer plakjes op om te bekijken maar vaak niet heel veel meer informatie. Van een afwijking van 0.1 mm wordt een mens of dier in de regel niet ziek. Als de plakken dikker worden dan 10mm gaat door overlap weer informatie verloren.
CT beelden versus röntgenbeelden
Het is derhalve heel moeilijk om een tumor/ontsteking in de neus goed in beeld te brengen op een “klassieke” röntgenfoto. Een CT scan kan dit moeiteloos. Dieren met een zwelling op de kop, snotneus, bloedneus of snurkgeluiden hebben dus veel meer aan de CT-scanopname dan aan een röntgenfoto. Dit geldt ook voor de longen. Van een CT die gedaan wordt om te screenen op bijvoorbeeld longuitzaaiingen van tumoren, is gebleken dat van de 100 knobbels die op een CT ontdekt worden er maar 9% (!) ook op de borstfoto’ s teruggevonden werden. 91% bleef dus onopgemerkt! Dat is een niet gering percentage, en geeft aan dat ook hier de CT veruit superieur is aan klassieke röntgenfoto’s. Het is erg belangrijk om bij tumorchirurgie van bijvoorbeeld borstkanker (mammacarcinoom) of botkanker (osteosarcoom) te weten of er nu wel of geen uitzaaiingen in de borstkas aanwezig zijn.